PSV sluit transferperiode af; is er niet té veel kwaliteit vertrokken?

In dit artikel:

PSV kende een relatief rustige laatste dag van de zomerse transferperiode, maar de club was overall toch flink actief. Deze zomer werden tien nieuwe spelers aangetrokken: onder meer doelmannen Nick Olij en Matej Kovar, verdedigers Yarek Gasiorowski, Kiliann Sildillia en Anass Salah‑Eddine, en aanvallers Paul Wanner (overgenomen van Bayern München), Ruben van Bommel, Alassane Pléa, Dennis Man en Myron Boadu kwamen naar Eindhoven.

Tegelijkertijd vertrokken maar liefst zestien spelers uit het Philips Stadion. Enkele belangrijke uitgaande namen zijn Malik Tillman (Bayer Leverkusen), Noa Lang (Napoli), en Luuk de Jong, die verrassend bij FC Porto werd gepresenteerd. Johan Bakayoko verkaste naar RB Leipzig, Olivier Boscagli ging naar Brighton & Hove Albion en Walter Benítez naar Crystal Palace. Ook werd de contractoptie op Rick Karsdorp niet gelicht; Lucas Perez vertrok transfervrij; Tyrell Malacia keerde terug naar Manchester United na zijn huurperiode. Verder maakten Richard Ledezma, Samuel Gomez Van Hoogen en Kjell Peersman transfers naar respectievelijk Mexico en België, terwijl spelers als Joël Drommel, Tygo Land, Jesper Uneken en Isaac Babadi worden verhuurd.

Financieel en sportief hield PSV het selectief: een bod van Brentford van circa 30 miljoen euro op Joey Veerman werd afgewezen omdat er geen tijd was een passende vervanger te vinden. Ook Ismael Saibari kreeg interesse (onder meer Benfica en AC Milan), maar bleef na uitblijven van een passend aanbod.

Het vertrek van gevestigde krachten zoals Tillman en Lang laat een voelbaar kwaliteitsgat achter, al biedt de aankomende lichting ruimte om zich te bewijzen. Met Jerdy Schouten, Joey Veerman en Ismael Saibari heeft PSV voor Nederlandse begrippen nog een sterk middenveld. De ploeg krijgt tijd om zich te herpakken en moet bewijzen dat recente tegenvallers, zoals de wedstrijd tegen Telstar, uitzondering blijven. Vooruit, Rood‑Witten.